Alto Adige, ofwel Südtirol, ligt in Noord-Italië in de provincie Bolzano, tegen de Oostenrijkse grens. Vroeger was dit gebied in Oostenrijks bezit, vandaar dat de voertaal hoofdzakelijk Duits is. Een kwart van de bevolking is Italiaanstalig en een klein deel spreekt Ladinisch (verwant aan Reto-Romaans). De provincie vormt samen met de provincie Trentino een autonome regio binnen Italië. Het wijngebied (5.300 ha) is vernoemd naar de rivier de Adige (Etsch in het Duits) en ligt in de Zuid-Alpen. De wijnbouw hier is zeer oud en stamt nog van voor de Romeinse tijd, veelal volgens het pergola-systeem, met omhoog geleide wijnstokken. Het koele Alpenklimaat en de hoog in de bergen gelegen wijngaarden zorgen voor een opmerkelijke frisheid in de wijnen, ze zijn zeer elegant en aromatisch. De bodem bestaat hier voor een groot deel uit morenen, grote stenen, graniet en kiezel-leem.
De aangeplante druivenrassen zijn van overwegend Franse en Duitse oorsprong, lokale rassen zijn o.a. de lokaal populaire schiava (vernatsch), manzoni, lagrein alsmede de traminer. Daarnaast wordt veel gewerkt met pinot bianco, pinot grigio, pinot nero, sauvignon blanc, chardonnay en zelfs merlot en cabernet sauvignon. Het wijngaardbezit is zeer versnipperd, 15 coöperaties maken 75% van alle wijn. Maar deze coöperaties maken wel wijnen van uitzonderlijk hoge kwaliteit. Ondanks de Duitse benamingen zijn bijna alle wijnen er droog.