Tokaj (gebied heette vroeger Tokaj Hegyalja, de Tokay heuvels) is het meest noordoostelijke wijngebied van Hongarije. Het gebied is zeer smal en bijna 100 km lang, 5.840 ha zijn beplant met de wijnstok. De wijngaarden lopen gedeeltelijk door in Slowakije waar ook (Slowaakse) vaak meer oxidatieve Tokajsky wordt gemaakt. Door de aanwezigheid van de rivieren de Bodrog en de Tisza aan de voet van de uitlopers van de Zemplèn bergen heeft dit gebied een zeer gunstig micro klimaat. De bodem is een mengeling van diverse vulkanische gesteenten met löss, waardoor de verschillende wijngaarden een eigen karakter hebben. Dankzij de lange warme herfstperiodes, met ochtendnevels van de rivieren, worden in Tokaj al sinds de 16e eeuw zoete wijnen met botrytis gemaakt. Zes druivenrassen zijn toegestaan, de grootste met 60% aanplant is de furmint, hárslevelü (30%), sárgamuskotály oftewel de muscat à petit grains met 5% en de zéta, kövérszölö en kabar die samen ook 5% uitmaken. Het is een uniek gebied met de productie van fraaie droge wijnen tot de meest nobele zoete wijnen van de wereld. Sinds 2002 is het wijngebied Tokaj Unesco werelderfgoed.