De vele en relatief kleine wijnstreken die samen als de Sud-Quest bekendstaan, hebben vrijwel alleen hun geografische situering in het zuidwesten van Frankrijk gemeen. Ze vallen net buiten de Bordeaux en de Cognac en liggen in het achterland wat men ook wel Haut-Pays noemt. In dit gebied liggen de wijngebieden als Bergerac, Montravel, Pécharmant, Côtes de Duras en Côtes de Marmandais. Oostelijker, langs de rivier de Lot, vinden we de gebieden Cahors, Marcillac, Buzet, langs de Tarn Gaillac en in het diepe zuiden ten oosten van de Gascogne, Madiran en Pacherenc du Vic-Bihl.
Het Zuidwesten kent, net als Bordeaux, een klimaat dat gedomineerd wordt door de Atlantische Oceaan. Dit betekent veel neerslag, milde winters en lange warme zomers. De grote overeenkomsten in klimaat en bodem tussen Bordeaux en het achterland verklaren de overeenkomsten in druivenrassen als cabernet sauvignon, merlot, cabernet franc, sauvignon blanc, sémillon en malbec. Malbec is de specialiteit van het Cahorsgebied en wordt hier ook wel cot of auxerrois genoemd. Tannat is de druif van Madiran. Zo heeft elk gebied ook zijn onderscheidende lokale rassen.
In het gebied wordt naast droog wit en rood ook veel zoete wijn geproduceerd. Gaillac, Jurançon en Pacherenc du Vic-Bihl hebben naast droog, met toevoeging ‘Sec’, beroemde zoeten wijnen. Monbazillac is misschien wel dé appellatie voor betaalbaar zoet wit, vaak gemaakt van druiven met botrytis.