Historisch gezien is de Languedoc een zeer oud wijngebied. Reeds 2.600 jaar geleden werd de wijnbouw er geïntroduceerd door de Grieken, later volgden de Romeinen die de wijnbouw sterk bevorderden. Rond 1868 werd het grootste deel van de wijngaarden vernietigd door druifluis. Het gebied kwam daarna weer in bloei maar de focus lag tot de jaren 80, helaas, meer op kwantiteit dan op kwaliteit. Pas in de jaren 70 en 80 van de 20e eeuw ging men zich in toenemende mate toeleggen op het maken van kwalitatief betere wijnen. In 1987 verenigden een aantal wijnboeren zich en creëerden de Vin de Pays d'Oc (nu IGP Pays d’Oc geheten) met eclatant succes. Daarnaast waren er in dezelfde tijd een aantal individuele wijnboeren die zich gingen toeleggen op het produceren van topwijnen. Bekende AOP’s zijn o.a. Minervois, Saint-Chinian, Corbières, Terrasses du Larzac, Pic-Saint-Loup, La Clape, Picpoul de Pinet, Fitou, Limoux en een aantal Vin Doux Naturels als Muscat de Frontignan.
De Languedoc wordt vaak samen met de Roussillon in een adem genoemd en is de grootste wijnstreek (totaal 245.000 ha, waarvan 207.000 ha in de Languedoc) van Frankrijk. Het strekt zich uit langs de zuidoostkust van de Rhône tot aan de Spaanse grens. Het gebied met schrale hellingen, een droog klimaat en veel zon biedt in principe de ideale natuurlijke omstandigheden die nodig zijn voor het maken van mooie wijnen. In dit mediterrane klimaat groeien voornamelijk de volgende blauwe druivenrassen: cabernet sauvignon, carignan, cinsault, grenache noir/gris, merlot, mourvèdre, alicante bouschet en syrah. Voor wit zijn dit chardonnay, bourboulenc, grenache blanc, marsanne, picpoul, rolle (= vermentino), chenin blanc, mauzac, picpoul en roussanne.