Beaujolais

Ook in de Beaujolais cultiveerden de Romeinen land voor de wijnbouw. Het wijngebied met zo’n 18.000 ha wijngaard ligt tussen de Mâconais en het Rhône gebied, ten zuiden van de Bourgogne, hier vormt de rivier de Saône de natuurlijke oostelijke grens. De Beaujolais kent een gematigd semi-continentaal klimaat waarbij er zowel continentale, Atlantische als mediterrane invloeden te vinden zijn.

Het landschap van het noordelijke deel van de Beaujolais, de Haut-Beaujolais, is gevarieerd met glooiende heuvels, groene valleien en wijngaarden op golvende hellingen. Het gebied is onderdeel van het Centraal Massief en de bodem bevat veel leisteen, kalk en porfier. Het zuidelijke deel wordt Bas-Beaujolais genoemd, de bodem bevat veel klei en kalk met daaronder een dikke laag graniet. Het zuiden kenmerkt zich vooral met gulle, soepele en fruitige wijnen, het noorden daarentegen produceert wat stevigere.

Het gebied staat vooral bekend om haar rode wijnen gemaakt van de gamay noir, maar liefst 98% van de wijngaarden zijn hiermee beplant. De overige 2% is voornamelijk chardonnay, waarvan men in het noorden Beaujolais Blanc maakt. De Beaujolais Nouveau (primeurwijn) kent wereldwijde bekendheid, al daalt de populariteit de afgelopen jaren enorm. De AOP’s in het gebied produceren nu veelal fruitige, elegante wijnen waarbij de macération (semi)-carbonique wordt toegepast.